Bloeddrukmeting

Hoe meten we de bloeddruk bij dieren?

Wat is bloeddruk?

Gezelschapsdieren hebben net als ons een boven- en een onderdruk. De bovendruk is de bloeddruk op het moment dat het hart samentrekt en dus het bloed het lichaam in wordt gepompt. De onderdruk is de bloeddruk op het moment dat het hart ontspant en zich weer vult met bloed dat terugkeert uit het lichaam. In de diergeneeskunde is voornamelijk de bovendruk van belang. 

De normale bloeddruk van een hond ligt tussen 120 en 140 mmHg. Katten hebben een iets hogere bloeddruk en schommelen in de meeste gevallen tussen 120 en 160 mmHg.

Waarom meten we de bloeddruk?

Verschillende ziekten van de hond en kat kunnen leiden tot een abnormale bloeddruk. Het meten van de bloeddruk kan ons helpen bij het opsporen van bepaalde aandoeningen. Een abnormale bloeddruk komt in hoofdzaak voor bij de iets oudere patiĆ«nten. 

Wanneer de bloeddruk te hoog is spreken we van hypertensie. Voorbeelden van aandoeningen die hypertensie veroorzaken zijn nierfalen, een te snel werkende schildklier, de ziekte van Cushing en suikerziekte. Ziekten die gepaard gaan met een te lage bloeddruk (hypotensie) zijn onder andere de ziekte van Addison, ernstige uitdroging, shock (bijvoorbeeld als gevolg van ernstig bloedverlies of trauma), hartfalen of een te traag werkende schildklier. Sommige medicijnen kunnen ook een te lage bloeddruk veroorzaken.

Hoe verloopt een bloeddrukmeting?

Het meten van de bloeddruk bij honden en katten verschilt niet veel van het meten van de bloeddruk bij een mens. Het is belangrijk dat de meting in alle rust gebeurt. De hond mag gewoon zitten of liggen, net wat het dier prettig vindt. Er wordt een manchet om de bovenarm of om de staart geplaatst.

Terug naar Behandelingsmogelijkheden